Transport vocabulary in Dutch – het transport
Before we start ,let’s test your Dutch Vocabulary :
Dutch Vocabulary Test | Test Your Dutch For Free . Click Here
Download Our Learn Dutch App –here
truck
de vrachtauto
motorboat
de motorboot
ship
het schip
fire engine
de brandweerwagen
car
de auto
bus
de bus
bike
de fiets
aeroplane
het vliegtuig
ferry
de veerboot
boat
de boot
motorbike
de motorfiets
police car
de politiewagen
racing car
de raceauto
rental car
de huurauto
car sharing
de carsharing
breakdown truck
de takelwagen
refuse truck
de vuilniswagen
engine
de motor
fuel
de benzine
petrol station
de benzinepomp
traffic sign
het verkeersbord
traffic
het verkeer
traffic jam
de file
car park
de parkeerplaats
train station
het station
tracks
de rails
train
de trein
tram
de tram
carriage
de wagon
helicopter
de helikopter
airport
de luchthaven
tower
de toren
passenger
de passagier
container
de container
moving box
de verhuisdoos
cart
de kar
basket
de mand
take off / land
opstijgen / landen
carry
dragen
bridge
de brug
taxi
de taxi
conductor
de conducteur
sack
de zak
underground
de metro
drive
rijden
wait
wachten
tunnel
de tunnel
bus stop
de bushalte
helmet
de helm
platform
het perron
delayed / on time
te laat / op tijd
harbour
de haven
slow / fast
langzaam / snel
captain
de kapitein
taxi driver
de taxichauffeur
Dutch Vocabulary Test | Test Your Dutch For Free . Click Here
Download Our Learn Dutch App –here