Dutch Animals Vocabulary
Dutch Animals Vocabulary

Dutch Animals Vocabulary

Dutch Animals Vocabulary


 

 

 

Animals in Dutch

 

 

Dutch Animals Vocabulary

 

Dutch Animals Vocabulary

 

 




Download Our Learn Dutch App –here


 

 

Talking about animals / Praten over dieren

De tabel hieronder toont enkele zinnen die gebruikt kunnen worden om over dieren te spreken.

Useful phrases / Handige zinnen
  • Heb je huisdieren? 
  • Ja, ik heb een hond.
  • Nee, ik heb geen huisdieren.
  • Wat is jouw lievelingsdier?
  • Mijn lievelingsdier is een …
  • ​Ben je bang voor dieren?
  • Nee, ik ben niet bang voor dieren.
  • Ja, ik ben bang voor …
  • Ga je mee naar de dierentuin?
  • Ja, ik ga mee!
  • Nee, ik ga niet mee.
  • Hoe heet jouw hond / kat?
  • Mijn hond heet Astro.
  • Mijn kat heet Smoky.

 

 

PDF Download

Previous1 of 2